Lang voor deze plek tot een parkeeroord werd omgetoverd, behoorde ze tot het oude Collège des Oratoriens, een imposant geheel van bouwwerken in de Lodewijk XIV-stijl die dateren uit een periode tussen het einde van de 17e eeuw en het einde van de 18e eeuw. De vrijgekomen ruimte geeft een inkijk in de indrukwekkende binnenhof van het gebouw dat nu het Athénée is, en waarvan een klein achthoekig paviljoen uit de 18e eeuw bewaard is gebleven.
De plek is een ideale uitvalsbasis om een ode te brengen aan dit prachtige uitzicht over de Sambervallei, dat naadloos aansluit bij het Thudinische landschap. Deze harmonische uitzichten zullen ongetwijfeld een bron van inspiratie zijn geweest voor de kunstenaar naar wie deze parking is genoemd en op enkele stappen daar vandaan is geboren en opgegroeid: Benoit Constant Fauconnier.
Deze gerenommeerde muzikant uit de 19e eeuw begeleidde hofconcerten en zangklassen aan het Koninklijk Muziekconservatorium, was organist bij het Koninklijk Munttheater, was verbonden aan de diensten van het ‘Huis van Chimay’ en maakte carrière in Paris. Benoit Constant Fauconnier zal zijn
Thudinische roots nooit verloochenen. Na een schitterende carrière keert hij immers naar Thuin terug om zich te wijden aan veel bescheidener functies: organist in de kerk van de benedenstad en directeur van de lokale harmonie. Hij sleet er een rustige oude dag …
Vandaag zou hij het wellicht fijn hebben gevonden te struinen langs een plek waar een parking niet werd herleid tot een betonnen woestijn; een plek waar jonge mensen elkaar ontmoeten, flaneren, en die hun dromen een prachtig uitzicht en een eindeloze horizon geeft …