In zijn werk probeert Olivier Kosta-Théfaine de natuur en de poëzie die de stad verbergt naar boven te halen. Hij laat zich hierbij inspireren door de sporen van verbondenheid tussen het plantaardige en het beton, zoals een bloem die ontluikt in de spleten van een muur of de klimop die zich een weg zoekt langs de gevel van een gebouw. In Thuin zijn het logischerwijze de bloemen en planten die gedijen aan de oude muren van de Hangende Tuinen die de aandacht van de kunstenaar hebben geprikkeld.
Voor Fluide heeft Olivier Kosta-Théfaine deze poëtische visie willen vertalen naar het tegenovergestelde van een toplocatie, naar een ruimte die de toeristen niet zien, een vergeten oord dat moeilijk toegankelijk is en nooit aan bod komt in de promoteksten die aan de hoofdstad van Thudinië worden gewijd: de stationswijk. Deze plek met een hoge stedelijkheidsgraad vormt een sterke voorstelling van de hedendaagse stad en kan niet wedijveren met de toeristische parels van de Bovenstad of zelfs van de Binnenschipperswijk. De kunstenaar isoleerde de wetenschappelijke namen van de wilde flora die specifiek groeit aan de muren van de Hangende Tuinen en maakt, volgens de methode van een herbarium, een lijst van bloemen op de getagde betonnen muren van de viaduct waar uiteraard niets gedijt. Met een knipoog naar de graffiti ogen die namen, die zijn uitgewerkt in uitgesneden staal, streng, mysterieus en moeilijk te vatten. En ook de gebruikte hedendaagse materialen kaderen in een stedelijke ultrarealiteit.